Christian van Zitteren
  • Actueel
    • Wie ben ik
    • Contact
  • Zielzorg
    • > Vrijzinnig Katholiek
    • > Kosmospiritualiteit
    • Rituele teksten
  • Geschiedenis
    • Cornelis van Wijkerslooth
    • Latijnse liturgie >
      • Ordo Missae Vaticanum II
    • Big History
    • Dossiers >
      • Andre Hazes
      • Godfried Bomans
      • Antonin Dvorak
      • Georges Lemaitre
      • Henri van Tulder
      • Fabrikantenvilla's
      • Sinterklaas
      • Mater Dolorosa >
        • Geschiedenis (Kronenburg 1904) >
          • 1. Overweging en ontboezeming
          • 2. Gilden en broederschappen
          • 3. Adel en geestelijkheid
          • 4. Hoevele en welke smarten bijzonder vereerd werden
          • 5. Heilige smart
          • 6. Het kerkelijk feest
        • Gebeden
        • Afbeeldingen
  • Astronomie
    • > Kosmospiritualiteit
  • Atelier
    • Poezie
    • Proza
    • Fotografie

6. Het kerkelijk feest

Foto
De Kerk, die als Moeder, gewoonlijk  hare kinderen voorgaat en hen leert, op welke wijze zij God en zijne lieve  Heiligen moeten vereeren, laat hen ook somtijds vrij hun eigen bijzondere  devotie beoefenen. Neemt deze dan toe, wordt zij eenigszins algemeen, draagt zij  alle kenmerken eener ware godsvrucht, dan verheft de Kerk die tot eene, om zoo  te zeggen, officiëele; en wat te voren slechts private uiting van eerbied en  liefde was,

[p. 239]

wordt dan opgenomen in de schatkamer  der Liturgie, en ontvangt daardoor de hoogste goedkeuring, maar ook den waarborg  voor de bestendigheid. Zoo ging het met de vereering van de Moeder van  Smarten.

Vóór het jaar 1429 vinden wij in ons  vaderland geen sporen van eene kerkelijke vereering der smarten van Maria. Maar  in dat jaar riep Diederik, aartsbisschop van Keulen, zijne onderhoorige  bisschoppen tot eene provinciale synode bijeen, en ook Utrechts kerkvoogd,  Zweder van Kuilenburg, behoorde daarbij. Deze plechtige vergadering herdacht met  weemoed den smaad door de Hussieten in Bohemen der Moeder Gods aangedaan, en om  haar eenig eerherstel te geven, besloot zij de vereering der smartvolle Moeder  kerkelijk vast te stellen.

De woorden van dit besluit zijn te  merkwaardig, dan dat wij ze hier niet zouden weergeven: [1]

“Ter eere der heilige en vlekkelooze  Maagd en Moeder Gods, die gedurig haar goddelijken Zoon bidt en smeekt voor de  arme zondaren, wier lof alle zandkorrels, zoo zij verkeerden in tongen, niet  konden volrpijzen; ter eere ook van den druk en de smart, welke zij leed, toen  onze Verlosser, Jezus Christus zich slachtofferde op het altaar des kruises en  met uitgebreide armen en handen zijn gezegende Moeder aan zijn leerlingen, den  evangelist Joannes aanbeval; en vooral opdat zij moge fnuiken de ontrouw der  heiligschennende en kettersche Hussieten, die niet gevreesd hebben in goddeloos  bestaan de beelden, gewijd tot lof van de gekruisten Christus en van de  roemvolle Maagd, te verbranden en te vernielen: heeft de kerkvergadering  verordend en vastgesteld, dat het feest van het Medelijden of van den voorzeiden  druk en de droefheid der Allerzaligste Maagd voortaan jaarlijks op den Vrijdag  na Zondag Jubilate, (den 3den Zondag na Paschen,) zal worden  gevierd, tenzij op dien dag een ander feest mocht vallen, om welke reden het dan  op den eerstvolgenden Vrijdag zou verzet worden. Tevens bepaalt de vergadering,  dat dit feest, doch slechts in het koor, [*] zal worden gehouden met beide  Vespers, met Metten, met H. Mis en Kerkelijke Uren, opdat onze Heer Jezus  Christus den blinddoek wegneme van hunne harten en hen terugroepe tot het heilig  Katholiek geloof.”

1) Verg. Bourassé. Sum. Aur. X. p.  1050.
*) D.w.z. enkel in H. Mis en Getijden  te vieren, en geen verplichte feestdag voor het volk.


[p. 240]

Of ook in Nederland nu al aanstonds dat  feest is ingevoerd, bleek ons nergens. Alleen zien we in de eerstvolgende jaren  nu en dan de bisschoppen op die devotie wijzen, en trachten haar door het  verleenen van een aflaat levendig te houden. [1]

Wanneer we later hier en daar zien  gewagen van een vastgestelden feestdag ter eere van Maria’s smarten, dan is dit  aanvankelijk onder de meest verschillende benamingen. Wij ontmoeten hier nog  meer verscheidenheid dan bij het aantal der smarten, die de geloovigen in den  beginne herdachten.

De meest algemeene naam was wel: “Festum compassionis Mariae: het feest van Maria’s medelijden.” Aldus werd het genoemd  in de diocesen Keulen en Luik, alsook door de Orde der Reguliere Kanunniken,  toen zij in 1536 te Venlo vergaderd waren. [2] In Utrecht noemde men het in 1514  met denzelfden naam, maar voegde er bij: “Sive  Planctus: van Maria’s medelijden of weegeklaag.” [3] Later noemde men  het te Luik en in 1599 ook in Roermond: “Festum dolorum beatae Virginis: het feest der smarten van de zalige Maria.” [4] In verschillende streken van België en van Nederland zeide men nog: “Festum Mariae dolorosae: het feest der smartvolle  Maria,” [5] “Onser lief Vrouwen
drofnisse dach” [6]  totdat eindelijk de benaming: het feest der zeven  smarten de kerkelijk aangenomen en algemeene  werd.
 
Nog verdienen onze aandacht de naam “Dies lamentationis Mariae: de dag van Maria’s klagen,” gelijk we het in 1521 te Arnhem  genoemd vinden; [7] “Festum spasmi seu martyrii  beatissimae virginis Mariae: Maria’s bezwijming of marteling,” [8] gelijk de  Annuntiaten zich uitdrukten, en “Festum de  pietate,” [9] gelijk de Cisterciënsers het noemden.  Het woord Pietas duidt eigenlijk die deugd aan, waardoor wij jegens vaderland, jegens ouders en  betrekkingen onze plichten vervullen. Werd derhalve de gedachtenis der smarten van Maria genoemd het feest “de pietate,” dan werd daardoor aangeduid, dat wij op dien dag onzen plicht  van dankbaarheid en medelijden jegens onze hemelsche Moeder  volbrachten.

In Frankrijk werd pietas spoedig overgezet door “pitié:  mede-

[p. 241]

lijden.” Sedert eeuwen werd daar het  feest der smarten van Maria “Notre-Dame de Pitié” genoemd, gelijk men in Italië het beeld van  Maria met het lijk van haar goddelijken Zoon op den schoot nog altijd Pietà noemt. Van uit  Frankrijk en Italië is die vreemde benaming ook ons land binnengeslopen, en onze  voorouders noemden zeer dikwijls de voorstelling der smartvolle Moeder: “De Nood Gods.” Dit  alles geldt evenwel slechts een naam, terwijl men bij verschil van noemen het  toch eens is omtrent de zaak.

Niet minder verschillend dan de naam  van het feest, was ook de dag, waarop men het weleer in ons vaderland vierde. De  Cisterciënsers vierden het op 16 April. De Augustijnen, Benedictijnen,  Dominicanen en Annuntiaten op Vrijdag na Passiezondag; de Kartuizers een dag  later. Het diocees van Luik op Vrijdag, Maastricht en de Brigittinessen op  Zaterdag na beloken Paschen; het diocees Utrecht en de Reguliere Kanunniken van  Windesheim op Vrijdag vóór den derden Zondag na Paschen; het aartdiocees Keulen  op Vrijdag na den derden Zondag na Paschen; terwijl Cuyckius, bisschop van  Roermond ni 1599 het voor zijn bisdom vaststelt op den vierden Zondag na  Paschen. [1]

Zoo groote verscheidenheid bleef er  heerschen, totdat eindelijk Paus Benedictus XIII in 1727 aan de gansche Kerk  verplichtend stelde den eersten Vrijdag na Passie-Zondag.

Tegen den uitgang der 15de en het begin der 16de eeuw zien wij in het aanhangsel  onzer Missalen verschijnen eene “Mis van het Medelijden der smartvolle Maagd  Maria.” Of van “Onze Lieve Vrouwe van Smart.” Later zien wij daarbij gevoegd  eene “Mis van de zeven smarten der H. Maagd.” [2]

De treffendste schriftuurteksten waren  uitgekozen om bij de verschillende deelen der H. Mis Maria’s diepe zielesmart  uit te drukken.

De Introitus voerde Maria op, klagend  haar grondeloos wee: “Ik ben gekomen in de diepte der zee, en de storm heeft mij  verzwolgen. Red mij, o Heer, want de wateren (der droefheid) zijn mijne ziel  binnengeslagen! [3]

[p. 242]

In de Collecta werd gewoonlijk  uitgedrukt, welke vruchten de kinderen van Maria door de vereering harer smarten  van God verhoopten:

Heer Jezus Christus, die gewild hebt,  dat uwe allerbedroefdste Moeder, bij U staande, toen Gij te onzer liefde  gekruist waart, door uwe eigen smarten zou doorgriefd worden: geef ons door hare  tusschenkomst en verdiensten tranen van ware boetvaardigheid en vermorzeling,  opdat wij, in den geest vernieuwd, dagelijks door uwe diepe kwetsuren verwond  worden, en iederen dag van reinere liefde blaken. [1]

Het Offertorium gewaagt van Maria’s  alles te boven gaande liefde voor haren Zoon, eene liefde, die juist de oorzaak  harer onbegrijpelijke zielesmart was. “ Ik treur over U, mijn Zoon Jezus,  beminnelijk boven alle vrouweliefde; gelijk een moeder haar eenigen zoon bemint,  dus had ik U lief.” [2]

Gelijk wij zagen, werd dit feest op  verscheidene plaatsen gevierd den derden Zondag na Paschen; natuurlijk werd in  die dagen de toon der droefheid gematigd, soms zelfs overstemd door de  blijdschap over Christus’ verrijzenis, die alsdan niet te vergeten was. Zoo  bijvoorbeeld de Postcommunio in een geschreven Missaal der Kartuizers: [3]

Door uw heilig Lichaam en Bloed  verzadigd, bidden wij U smeekend, o Heer, dat Gij, gelijk Gij van de dooden  verrijzend, de droefenis uwer dierbare Moeder in blijdschap, de klacht in jubel  verkeerd hebt, zoo ook ons om uwen tijdelijken dood voor ons met haar doet  weenen, opdat wij mogen verdienen U in eeuwigheid levend blijde te  aanschouwen,

en het Graduale der Utrechtsche Missalen, met eenige wijziging ontleend aan Prudentius’ heerlijke  kruishymne:

Zoete Moeder, voor uw zoeten Zoon zoete lasten torsend, gij die alléén waardig zijt geweest den Koning der hemelen en de Heer te ondersteunen.

De Sequentia was aanvankelijk  het

Salve Virgo generosa
et Regina gloriosa
Coelestis militiae.

Wees gegroet, o ed’le Maged,
Glorievolle Koninginne
Van des hemels legerschaar. 

[p. 243]

Praeelecta vernans rosa,
Mater quondam dolorosa
In valle tristitiae. [1]

Uitverkozen lenteroze,
Moeder eertijds vol van  smarte
In dit dal van treurigheid. 

of ook het Maestae parentis: [2]

herdenk nu teederlijk de tranen van  Christus’  droeve Moeder Maria!

Maar deze liederen, hoe schoon ook,  hebben moeten wijken voor het eenig en eeuwig schoone Stabat Mater.

Over dit beroemde lied moeten wij thans  een weinig uitweiden, en om niet te scheiden wat zoo innig bijeen hoort, zullen  wij ons hier niet bepalen tot de Middeleeuwen, maar ook de latere Nederlandsche vertolkingen aangeven.

Aangestuurd door
  • Actueel
    • Wie ben ik
    • Contact
  • Zielzorg
    • > Vrijzinnig Katholiek
    • > Kosmospiritualiteit
    • Rituele teksten
  • Geschiedenis
    • Cornelis van Wijkerslooth
    • Latijnse liturgie >
      • Ordo Missae Vaticanum II
    • Big History
    • Dossiers >
      • Andre Hazes
      • Godfried Bomans
      • Antonin Dvorak
      • Georges Lemaitre
      • Henri van Tulder
      • Fabrikantenvilla's
      • Sinterklaas
      • Mater Dolorosa >
        • Geschiedenis (Kronenburg 1904) >
          • 1. Overweging en ontboezeming
          • 2. Gilden en broederschappen
          • 3. Adel en geestelijkheid
          • 4. Hoevele en welke smarten bijzonder vereerd werden
          • 5. Heilige smart
          • 6. Het kerkelijk feest
        • Gebeden
        • Afbeeldingen
  • Astronomie
    • > Kosmospiritualiteit
  • Atelier
    • Poezie
    • Proza
    • Fotografie
✕